Het geheel aan opleidingsuitgangspunten en exameneisen is gebaseerd op 26 eindtermen en functiecompetenties. Er zijn zowel kennis- als gedragseindtermen. Op basis van de meeste kennis-eindtermen en enkele gedrags-eindtermen wordt schriftelijk geëxamineerd. Daarnaast is het zo dat alle termen worden meegenomen als factoren die van belang zijn voor de stageperiode. In deze periode wordt de zogenaamde ‘bewijs-map’ (stageverslag) bijgehouden waaruit de geschiktheid blijkt. Hiervoor is zowel de kandidaat als de werkgever verantwoordelijk.

Competenties en beknopte eindtermen

Alle functiecompetenties vind je hier:

  1. Wet op de lijkbezorging
  2. Kennis over opdrachtgeverschap
  3. Besef van de mogelijkheden van je bedrijf en werkveld
  4. Nabestaandenzorg
  5. Verzekeringen
  6. Identificatieprotocol m.b.t. begraven, cremeren
  7. Basale kennis van rituelen
  8. Materialenkennis
  9. Opbaarmogelijkheden
  10. Kostenbegrotingen kunnen lezen en opstellen
  11. Kennis van het logistieke proces/organisatorische aspecten
  12. Schriftelijke Nederlandse taalvaardigheid
  13. Mondelinge communicatie/gesprekstechnieken
  14. Kunnen observeren
  15. Representativiteit
  16. Sturing en leidinggeven
  17. Hoffelijkheid; gastvrijheid
  18. Inlevingsvermogen
  19. Ethisch bewust, Integer handelend
  20. Ondernemend
  21. Commercialiteit/zakelijkheid
  22. Gevoel/oog voor detail
  23. Flexibiliteit
  24. Conflicthantering
  25. Veilig werken binnen de uitvaartzorg
  26. Duurzaam werken in de uitvaartzorg

 

 

Hieronder vind je een uitgebreidere uitleg van de kenniscompetenties!

Kenniscompetenties

Ad. 1 Wet op Lijkbezorging

  • Aangifte van overlijden
  • Termijn van begraven/cremeren
  • Soorten graven
  • Opgraven van stoffelijke resten
  • Wijze van begraven
  • Begraven op eigen grond
  • Crematie
  • Algemeen bepalingen
  • Bewaring van as
  • Verstrooiing van as
  • Bijzonder wijze van lijkbezorging
  • Balseming
  • Niet natuurlijk overlijden

 

De kandidaat is in staat kennis op te zoeken van:

  • Overlijden rondom vroeggeboorte/baby
  • Opbaring
  • Eigendom grafmonumenten
  • Repatriëring

Ad. 2 Kennis van opdrachtgeverschap

  • Rechten en plichten van opdrachtgeverschap
  • Algemene regelgeving omtrent wilsbeschikking, testament en uitvaartwensen
  • Proces aangifte van overlijden
  • Rechten en plichten van algemene voorwaarden
  • Algemene kennis protocollen rondom uitvaart

Ad. 3 Besef van de (on)mogelijkheden van je bedrijf; maar ken ook je eigen grenzen

De uitvaartleider is bekend met de mogelijkheden en onmogelijkheden binnen het eigen bedrijf maar heeft tevens besef van zijn/haar eigen grenzen. Is daartoe bereid tot zelfreflectie.

De kandidaat heeft kennis/is zich bewust van:

  • Het eigen bedrijf in relatie met de wensen van de klant.
  • Zijn eigen grenzen; in organisatorische zowel emotionele zin.
  • Groepsprocessen en acteert als zodanig. Hij/zij is derhalve op de hoogte van het belang van het stellen van vragen en geven van feedback aan collega’s en toont zich daarmee geen solitair acteur.

Ad. 4 Nabestaandenzorg

Algemeen
De uitvaartverzorger heeft algemene rechts- en wetskennis waardoor hij in staat is een eerste advies uit te brengen aan nabestaanden op hieronder genoemde gebieden. De uitvaartverzorger weet op tijd door te verwijzen naar de juiste instantie voor specifiek advies.

De kandidaat heeft kennis van:

  • Erfrecht en nalatenschap; executeur, testament, erfenis, erfgenamen, codicil.
  • Fiscaal recht (BTW, aftrekbaarheid).
  • Bankzaken; tenaamstelling, blokkering, akte van erfrecht.
  • Reglementen begraafplaats, grafrechten en crematoria.
  • Procedure koninklijke onderscheidingen.

Ad 5. Verzekeringen

  • Soorten verzekeringsproducten, incl. algemene kenmerken en uitkeringsvoorwaarden
  • Kenmerken van Optieclausule
  • Proces en voorwaarden acte van sessie
  • Algemene kenmerken van een overlijdensrisicoverzekering

Ad. 6 Identificatieprotocol

  • Voorwaarden van ontleding lichaam (ter beschikking stellen aan Wetenschap)
  • Kenmerken van lijkstijfheid
  • Eindbestemmingen Wet op de Lijkbezorging
  • Proces euthanasie
  • Proces overlijden van vroeggeboorte
  • Proces lijkschouwing en A & B-verklaring
  • Regels rondom niet-natuurlijke dood

Ad. 7 Basale kennis riten

  • Algemene kennis Jodendom
  • Algemene kennis Protestantisme
  • Algemene kennis Hindoeïsme
  • Algemene kennis Islam
  • Algemene kennis Katholicisme

Ad. 8 Materialen en ad. 26 Duurzaamheid

  • Algemene uitvaartkisten, toepassing en voorwaarden zaken die mee mogen in de uitvaartkist

Ad. 9 Opbaarmogelijkheden

  • Protocollen en algemene handelingen m.b.t. laatste verzorging
  • Technische en hygiëne voorwaarden opbrengen (temperatuur koeling, besmettingsgevaar, etc.)
  • Algemene kennis met betrekking tot Thanatopraxie

Ad. 10 Kostenbegrotingen

  • Pro-memorie posten
  • Algemene kenmerken omtrent overeenkomst tot opdracht
  • Kenmerken zekerheden SKU keurmerk
  • Voorwaarden SKU keurmerk m.b.t. begroting, uitvaartkosten en basistarief

Ad. 11 Kennis van logistiek proces/organisatorische aspecten

Algemeen
De uitvaartverzorger is in staat het gehele proces te overzien en te bewaken en toont daarbij organisatorisch vermogen, zorgt voor structuur.

De kandidaat is in staat:

  • Het gehele proces, systematisch, zorgvuldig en planmatig vorm te geven (te organiseren) en de voortgang te bewaken.
  • Meer concreet: de grote lijnen uit te zetten en de juiste personen en instanties in te zetten.
  • De opdrachtgever en opdrachtnemer (uitbestede activiteiten) helder te informeren over bedoelingen en achtergronden.

De kandidaat is zich bewust van:
Van zijn (zakelijke) omgeving en weet mogelijkheden en weet mogelijkheden en onmogelijkheden te onderscheiden.

Ad. 12 Schriftelijke taalvaardigheden

  • Algemene spelling
  • Spelling: d, t, dt
  • Spelling: accenten
  • Spelling: hoofdletters
  • Spelling: koppeltekens
  • Spelling: voorvoegsels
  • Spelling: enkelvoud – meervoud
  • Herkennen stijlfouten, dubbele ontkenning
  • Juiste schrijfwijze vaktermen

Ad. 13 Mondelinge communicatie + Ad. 14 Observeren

  • Basiskennis klassiek communicatiemodel, LSD en VOCATIO en fasen gespreksvoering
  • Algemene kennis vormen van communicatie, incl. verbale en non-verbale communicatie
  • Herkennen belangrijkste soorten vragen, incl. benoemen belangrijkste kenmerken

Ad. 15 Etiquette en klantgerichtheid

  • Préséance nabestaanden
  • Betekenis van meest voorkomende vaktermen
  • Gebruik onderscheidingen
  • Opdrachten en commando’s op uitvaart
  • Gebruik van hoofddeksels en handschoenen
  • Gebruik van vlag(gen) op uitvaarten
  • Volgorde etiquette en rouwstoet
  • Etiquette rondom rouwdrukwerk
  • Gebruik social media en mobiele telefoon

Ad. 16 Sturing en leidinggeven

Algemeen
Een uitvaartverzorger kan, op een resultaat- en doelgerichte wijze, richting en sturing geven aan de medewerkers. Taken verdelen, instructies geven, afspraken maken, voortgang bewaken en corrigeren. Anderen aansturen om plannen te realiseren en doelen te bereiken. Hij/zij stimuleert een productieve en plezierige werkomgeving. Hij/zij is besluitvaardig in de situatie waarin hij zich bevindt.

Binnen de opleidingseisen voor het examen is aangegeven dat de principes van Covey, “De 7 eigenschappen van goed (zelf)leiderschap” als uitgangspunt dienen naast situationeel leidinggeven. Hieronder een toelichting op deze theorieën die mogelijk een handvat zijn voor de begeleiding.

De kandidaat kent overwinningen op jezelf:

  • Wees proactief.
  • “Begin met het einde voor ogen”, zorg voor een doel.
  • Concretisering van je voornemens, timemanagement.

De kandidaat kent overwinningen op je omgeving:

  • Denk in termen van win/win situaties.
  • Eerst begrijpen, daarna begrepen te worden.
  • Werk synergetisch, teamvorming.
  • “Houd de zaag scherp” blijf volharden in de bovengenoemde voornemens/nieuwe eigenschappen.

De kandidaat kent de principes van situationeel leiderschap:
Onderscheid van 4 stijlen:

  1. Sturen
  2. Overtuigen
  3. Raadplegen
  4. Delegeren

De kandidaat weet deze stijlen afhankelijk van de (beschreven) situatie te benoemen en toe te passen.

Ad. 17 Hoffelijkheid, gastvrijheid, welleven en doortastend + Ad. 18 Inlevingsvermogen

Algemeen
De uitvaartverzorger stelt zich open en dienstbaar op ten opzichte van de klanten en derden. Hij/zij beweegt mee met de klant, collega of leverancier met in achtneming van grenzen van zelfrespect. Hij/zij kan omgaan met weerstand en laat zich niet verleiden mee te gaan in een negatieve spiraal.

De kandidaat is in staat:

  • Zich dienstbaar op te stellen, maar blijft wel de regisseur.
  • Te relativeren en een ontspannen sfeer te scheppen.
  • Aan te voelen wat de klant wil, maar houdt de balans van verwachtingen en beschikbare mogelijkheden in acht.
  • Een haalbare planning te creëren met duidelijke afspraken en deadlines.
  • Zijn afspraken na te komen om onduidelijkheden te voorkomen.
  • Om onzichtbaar aanwezig te zijn.
  • Om te gaan met verschillen tussen mensen en aan te sluiten bij het niveau van de klant/nabestaanden.
  • Actief te luisteren en non-verbale signalen op te merken.
  • Feiten van meningen en gevoelens te onderscheiden.
  • Om tot de kern van het probleem door te dringen.
  • Snel te schakelen als niet aan de verwachtingen kan worden voldaan en toont daartoe oprecht begrip.

Om alternatieve oplossingen aan te dragen en aldus probleem- oplossend vermogen te tonen en negatief gedrag te compenseren.

Ad. 19 Ethisch bewust, Integer handelend

Algemeen
De uitvaartverzorger heeft als uitgangspunt te redeneren vanuit de wensen van de klant.

De kandidaat:

  • Neemt een proactieve houding aan met heldere informatie over kosten en (on)mogelijkheden en brengt alternatieve oplossingen ter sprake.
  • Onderkent ook de zakelijke belangen van de eigen onderneming maar kent daarbij ook eigen (en gestelde) grenzen en laat zich nooit leiden door emoties.
  • Onderkent geldende wetgeving en het “betamelijke”, aldus eigen verantwoording nemend en zich niet verschuilend achter collega’s.

Ad. 20 Ondernemend

Algemeen
De uitvaartverzorger is in staat aan de wensen van de klant te voldoen; mogelijke alternatieven aan te bieden en weet de grenzen te bewaken van de praktische haalbaarheid alsmede dec financiële kaders aan te geven. Een en ander heeft relatie met ondernemerschap, ook als medewerker. Verantwoordelijk voor de continuïteit van onderneming en eigen functioneren. Maar ook ondernemend in de zin van verantwoord initiatief nemend. Dit alles, zoals gesteld, binnen financiële mogelijkheden.

De kandidaat heeft besef van:

  • Ondernemend handelen en actiebereidheid.
  • Proactief handelen.
  • Welke zaken hij wel en niet kan beïnvloeden binnen zijn proactief en ondernemend gedrag.

Ad. 21 Commercialiteit/zakelijkheid

Algemeen
Meewegen in je dienstverlening, maar wel binnen de kaders van de wensen van de opdrachtgever (“soft sales”), oppassen met te veel pro-activiteit (zie ethisch bewustzijn) vergelijk integriteit; 19). Nooit misbruik van vertrouwen (vergelijk kennis van grenzen van jezelf en je bedrijf)!

De kandidaat heeft kennis van:

  • Bewuste en onbewuste beïnvloeding van de familie en begrijpt daardoor het verschil tussen advies en verkoop.
  • De omzetting van de wensen van de familie naar financiële haalbaarheid (vergelijk ook inzicht in kosten, begroting e.d.).
  • Het vinden van de balans tussen de doelen van het bedrijf en die van de opdrachtgever met in achtneming van zijn /haar integriteit.

Ad. 22 Gevoel/oog voor detail

Algemeen
De uitvaartverzorger heeft oog voor details.

De kandidaat heeft:

  • Het besef dat details het verschil kunnen maken; enerzijds waarnemen wat zich aandient binnen het contact met de klant maar ook in staat om eigen details in te brengen.
  • De wil om te werken aan het overtreffen van de verwachtingen van de klant.

De kandidaat beheerst:

  • Het totale proces, doet voldoende checks/controles en toont zich daarbij stressbestendig.

De kandidaat is in staat:

  • Snel te schakelen en te improviseren.

Ad. 23 Flexibiliteit

Algemeen
De uitvaartverzorger dient in staat en bereid te zijn het onvoorspelbare van je vak te integreren in je leven. Toont daarmee zijn of haar professionaliteit. Maar is ook bereid tot flexibiliteit gaande het proces met rekenschap van mogelijkheden en onmogelijkheden.

De kandidaat kent:

  • De eigen grenzen van zijn of haar mogelijkheden van flexibiliteit en geeft deze duidelijk aan.

De kandidaat komt:

  • Afspraken en beloftes steeds na, ook op “onmogelijke” tijden.

De kandidaat heeft:

  • Relativeringsvermogen in elke situatie/omstandigheid en is in staat een ontspannen sfeer te creëren.

De kandidaat kan:

  • Het eigen gedrag analyseren en bijsturen.

Ad. 24 Conflicthantering en communicatievaardigheden

Algemeen
De uitvaartverzorger is in staat conflictsituaties bij de opdrachtgever/klant of anderszins te herkennen en ondersteuning te bieden bij het vinden van oplossingen.

De kandidaat heeft kennis van:

  • Zijn/haar eigen rol en emotionaliteit (zelfkennis).
  • De effecten van verschillende gedragsrollen (leider, volger etc. en de mogelijke gevolgen op de familie).
  • Cultuurverschillen en weet daar mee om te gaan.
  • Gespreksvaardigheden gerelateerd aan conflictsituaties (vgl. mediation).

De kandidaat kent het belang van:
Empathisch luisteren; vraagsoorten; verwerken van feedback (samenvatten, besluitvorming).

De kandidaat herkent:
Non-verbale signalen en de kracht van het eigen non-verbale gedrag.

Voor verdere detaillering wordt verwezen naar het document “Eindtermen” waarbinnen m.n. de gedrag gerelateerde kenmerken breder zijn uitgewerkt. Dit document is opvraagbaar bij het examenbureau.

Naast deze toelichting wordt ook een ondersteunend activiteitenoverzicht (zoals besproken en geaccordeerd door de klankbordgroep) en een model voor het stageverslag, opbouw stagedossier aangeboden.

Ad. 25 Veilig werken

  • Gebruik en reinigen materialen bij verzorging overledene
  • (Hygiëne)protocollen

Ad. 26 Duurzaam werken

Algemeen:

Duurzaamheid is het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie om de aarde niet uit te putten en dit integraal incorporeren in je bedrijfsvoering.

Een kandidaat dient de volgende competenties t.a.v. duurzaamheid te bezitten:

  • Klantgericht meedenken t.a.v. wensen duurzaamheid klant
  • Kansen signalieren t.a.v. duurzaamheid en deze inzetten
  • Vergaren, toepassen en ontwikkelen van kennis en vaardigheden voor eigen gebruik of om in te zetten.
  • Adviseren van anderen t.a.v. duurzaamheid.